Als je gehoorzaam bent
aan de principes van Chirunning, dan word je beloond: je gaat voor een training
de deur uit en komt terug met het gevoel “gaan we nog een rondje?”
5. DE PRINCIPES VAN CHIRUNNING
![]() |
Een rechte romp en de ledematen soepel bewegend. |
Chirunning werkt met beschikbare externe krachten. Als je een helling afloopt, gaat dat bijna vanzelf, je moet zelfs oppassen dat je niet te hard gaat; je zwaartepunt komt (te) ver voor je voetlanding.
Als je in het donker over een drempel of boomwortel struikelt, dan reageert je lichaam op dezelfde manier maar dan ongecontroleerd. Je moet veel korte stappen heel snel nemen om vallen te voorkomen; je zwaartepunt komt te ver voor je voetlanding.
![]() |
Verbind de knooppunten op 't moment dat de knieen kruisen |
Maak gebruik van de
zwaartekracht, buig het centrum van je romp (dan tien), ergens vlak onder je navel, licht
naar voren door vanuit je enkels je hele lijf in één rechte lijn naar voren te
hellen. Je zwaartepunt komt dan voor je standbeen, je valt nog net niet. Als je
iets verder helt, dan moet je gaan lopen of je valt voorover; hip hop hoeray, je
loopt door de zwaartekracht gedreven!
De hellingshoek (van het naar voren hellen)
bepaalt dus je snelheid, het is je ‘gaspedaal’. Als je dit beheerst, dan
ontvouwt zich een heel scala aan nieuwe mogelijkheden. Je wordt amper moe van
het lopen, blessures blijven je bespaard en je krijgt het echte 2run4fun-gevoel!
Voor een veel te grote groep lopers is echter, veel te vaak en veel te lang, de fun er
af omdat ze onnodig thuis moeten blijven.
Basisprincipes
Chirunning is gebaseerd op drie basisprincipes:
1. Naald in Watten
2. Veranderingen langzaam doorvoeren
3. Balans in je bewegingen
5.1 Naald in watten
“Naald in Watten”, is een Tai Chi principe, een metafoor waarin
de naald als ruggengraat, vanaf je nekwervels tot aan je staartbeentje, wordt
voorgesteld als één strakke lijn (het element 'aarde') waaraan de ledematen als zachte, soepele
watten er omheen bewegen, losjes, zonder spanning (het element 'water').
Als de naald
enigszins voorover helt, kun je in balans blijven door je ledematen soepeltjes
en spanningsvrij te bewegen, door moet je immers stappen nemen. De voortstuwende zwaartekracht
moet wel beheerst blijven door de complementaire bewegingen, die voor de helft
door de benen en de andere helft door de armen worden uitgevoerd (niet de schouders!). Complementaire bewegingen die met de stuwkracht een vloeiend en natuurlijk geheel maken, dat
leverde het ‘zonnige’ plaatje.
![]() |
De helling van je lijf vanaf je enkels; laat je dan tien je naar voren trekken en niet je schouders of hoofd! |
5.2 Veranderingen langzaam doorvoeren
Zie het als het groeien naar volwassenheid; die groei heeft
tijd (vele maanden) nodig om te bemerken, te corrigeren en te ontspannen. Elke
schending van de regels wordt afgestraft. De loper die vanaf de start zo hard
mogelijk wegrent, komt zichzelf vroeg of laat tegen; verzuring, de man met de
hamer, je kunt ze beheersen!
5.3 Balans in bewegen
Een dobbelsteen heeft zes vlakken waarop je kracht kunt
uitoefenen. Daarmee kun je de dobbelsteen, hangend aan een elastiekje, in zes
richtingen bewegen: vooruit of achteruit, links of rechts en omhoog of omlaag.
Als de krachten op elk vlak evengroot zijn, dan hangt de dobbelsteen zonder in
beweging te komen.
De “Naald in Watten” moet alle krachten tijdens het lopen in
balans houden. De hellende naald beweegt door de zwaartekracht naar voren, de
horizontale component van deze zwaartekracht is immers naar voren gericht. Deze
component wordt in balans gebracht door de voeten die zich naar achteren
afwikkelen. De rotatie van het bekken moet in balans worden gebracht met de
armbeweging, zonder schouderrotatie!
Verticale bewegingen kun je met het afwikkeling van de voeten en de bekkenrotatie voorkomen en daarmee heb je nog een middel om blessures te
voorkomen en moeiteloos elke afstand afleggen. Als je lijf op en neer beweegt,
je huppelend door het veld rent, dan verspil je energie die anders gebruikt kan
worden (al lijkt het dat je zo soepeltjes loopt).
Verslag van mijn Workshop II, Amstelveen
![]() |
Verbind de knoopunten op het moment dat de knieën kruisen. |
![]() |
Duurloop...licht hellend; laat je dan tien je naar voren trekken en niet je schouders of hoofd! |
Mijn aandacht moet
zich de komende tijd richten op mijn zwakke punten:
- Nek in verlengde van mijn lijf, verlengen met de kruin omhoog (Naald).
- Balans tussen armen en benen verbeteren, elk 50% (Watten).
- Tijdens snelheidsveranderingen het pasritme constant op 180/minuut houden; dat is: versnellen > grotere pas en vertragen < kleinere pas (metronoom gebruiken).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten